Op een gegeven moment zijn we met enkele collega's naar een voordracht geweest van Ferre Laevers over ervaringsgericht werken in het kleuteronderwijs. Hij had het over fundamentele doelstellingen, gericht op het ontwikkelen van schema's (manieren van omgaan met de wereld). Deze kunnen via diverse activiteiten ontwikkeld worden. Piaget was voor ons hierin duidelijk herkenbaar.
De opleiding lager onderwijs had bij ons een lange traditie en ervaring met betrekking tot projectonderwijs. Principes van ervaringsgericht onderwijs zijn herkenbaar in projectonderwijs. Op eigen niveau was dit bereikbaar, de implementatie in de lagere scholen lag moeilijker.
Ik gaf twee kleine boekjes uit: Lesgeven stap voor stap; en de praktijkvoorbeelden erbij. Het denken over vormingsdoelen kwam juist te laat om het nog in de publicatie op te nemen. Daarna volgde vlug de overstap naar het regentaat.
Hier bleek het principe van betrokkenheid, evt projectmatig werken, een pak moeilijker, omdat de opleiding sterker vakgericht was. Nog moeilijker was het om deze principes op stage te laten toepassen.
Het principe van betrokkenheid bleef in de lucht hangen. Er moest een manier gevonden worden om het principe in de vakken zelf, in de lessen van alledag binnen te krijgen, niet beperkt tot enkele projectdagen. De oplossing leek ons het werken met vormingsdoelen. Na enkele personeelsvergaderingen bleken de vakcollega's bereid hierin mee te stappen en werd dit denken de leidraad bij het voorbereiden van de lessen. In theorie... want een aantal bleven andere accenten leggen, die soms in het verlengde lagen, soms het concept ondergroeven. Soms verwaterde het concept.... en werd het in gesprek bijgestuurd.
In hoeverre het concept heeft overleefd in de opleiding weet ik niet ... de opleiding zelf heeft het amper overleefd.