Onderzoeksplan: Het Verborgen Leerplan – De Invloed van Schoolcultuur op Leerlingen
1. Introductie
Dit praktijkonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in de impliciete boodschappen die worden overgedragen via de schoolcultuur en hoe deze het gedrag en de perceptie van leerlingen beïnvloeden. Door deze ongeschreven regels en gewoonten te identificeren en de impact ervan te analyseren, kan de student-leerkracht een dieper begrip ontwikkelen van de schoolomgeving en bewuster bijdragen aan een positieve leeromgeving1.
2. Onderzoeksvraag
Welke ongeschreven regels en normen kenmerken de schoolcultuur van mijn stageschool, en hoe beïnvloeden deze het gedrag, de interacties en het welbevinden van de leerlingen in de klaspraktijk?
3. Doelstellingen
De belangrijkste ongeschreven regels en normen van de schoolcultuur identificeren, zowel op schoolniveau als in de eigen klas2.
De perceptie van leerlingen over deze ongeschreven regels en de invloed ervan op hun gedrag en interacties in kaart brengen.
De impact van de schoolcultuur op het welbevinden van leerlingen analyseren.
Concrete aanbevelingen formuleren voor het bewust omgaan met en eventueel bijsturen van de schoolcultuur om een positievere en inclusievere leeromgeving te bevorderen3.
4. Theoretisch Kader (Korte samenvatting voor de student)
Het
verborgen leerplan omvat alle lessen, waarden, normen en attitudes die leerlingen onbewust meekrijgen in de schoolomgeving4. Een cruciaal onderdeel hiervan is de
schoolcultuur, die bestaat uit de sfeer, regels en gewoonten die vaak niet op papier staan, maar wel het gedrag sturen5. Nieuwe leerlingen en leerkrachten voelen deze cultuur vaak beter aan dan degenen die er al langer zijn6. Deze onzichtbare regels zorgen voor duidelijkheid, maar zijn ook moeilijk te veranderen en bepalen veel in de groepsdynamiek7. Voorbeelden hiervan zijn hoe er wordt omgegaan met te laat komen, conflicten, of hoe leerlingen met elkaar omgaan888.
5. Onderzoeksdesign
Dit is een kwalitatief praktijkonderzoek met een focus op observatie en perceptie. Het is gericht op het verkrijgen van diepgaand inzicht in de specifieke schoolcultuur van de stageschool.
6. Deelnemers
De student-leerkracht zelf (als observator en reflectant).
Leerlingen uit de klas(sen) waarin de student lesgeeft.
De mentorleerkracht of stagebegeleider.
7. Dataverzamelingsmethoden
De student zal verschillende methoden combineren voor een compleet beeld:
7.1. Observaties door de student-leerkracht
Gestructureerde observaties: Voer gerichte observaties uit in verschillende schoolcontexten (gangen, speelplaats, klaslokaal, refter, lerarenkamer) en noteer specifieke gedragingen en interacties. Let op:
Hoe wordt er omgegaan met regels (bijv. punctualiteit9, kledingvoorschriften)? Worden ze strikt gehandhaafd of is er flexibiliteit?
Hoe gaan leerlingen met elkaar om (competitie versus samenwerking 10, inclusie versus uitsluiting 11, omgaan met pesten 1212)?
Hoe gaan leerkrachten met elkaar om? Welke sfeer hangt er in de lerarenkamer?
Welke rol speelt de fysieke omgeving (netheid, inrichting 13) in de schoolcultuur? Zenden gebouwen en klaslokalen onbewust boodschappen uit? 14
Hoe worden conflicten behandeld of genegeerd? 15151515
Wat zijn de gangbare communicatiestijlen (formeel/informeel, direct/indirect)? 16
Reflectieverslagen/Dagboek: Houd een gedetailleerd reflectiedagboek bij na elke stagedag. Noteer daarin:
Opvallende voorbeelden van ongeschreven regels of normen die je hebt waargenomen.
Jouw interpretatie van de waargenomen gedragingen.
Hoe je zelf (on)bewust bijdraagt aan de school- of klascultuur17171717.
Welke emoties deze observaties bij jou oproepen.
Situaties waarin de schoolcultuur botst met je eigen verwachtingen of waarden.
7.2. Korte enquêtes/vragenlijsten voor leerlingen
Ontwerp een korte, anonieme vragenlijst voor de leerlingen. Zorg voor duidelijke, eenvoudige taal.
Voorbeelden van vragen:
"Wat zijn de belangrijkste ongeschreven regels in deze school/klas?"
"Wat gebeurt er als je een van die ongeschreven regels overtreedt?"
"Voel je je vrij om jezelf te zijn in deze klas/school?"
"Hoe gaan leerlingen met elkaar om in deze klas/school?"
"Is er veel competitie of werken jullie meer samen?"
"Hoe voel je je als er een conflict is in de klas?"
"Wat vind je het meest 'typisch' aan deze school/klas?"
7.3. Informele gesprekken/korte interviews
Voer informele gesprekken met enkele leerlingen (individueel of in kleine groepjes, met toestemming van de school en de leerlingen/ouders indien nodig).
Voorbeelden van vragen:
"Kun je een voorbeeld geven van iets dat je 'geleerd' hebt op school, maar wat niet in een boek staat?"
"Hoe voel je je in de pauzes/op de speelplaats?"
"Wat wordt er van leerlingen verwacht in deze school, denk je?"
"Zijn er dingen die je graag anders zou zien in de school/klas?"
Maak aantekeningen tijdens of direct na de gesprekken.
7.4. Interview met mentorleerkracht/stagebegeleider
Plan een gesprek met de mentorleerkracht. Bespreek jouw observaties en vraag naar hun visie op de schoolcultuur.
Voorbeelden van vragen:
"Welke kenmerken vind jij typisch voor de cultuur van deze school?"
"Hoe ga jij om met ongeschreven regels in de klas?"
"Zijn er specifieke uitdagingen met betrekking tot de klas- of schoolcultuur?"
"Hoe denk je dat nieuwe leerlingen de schoolcultuur ervaren?" 18
8. Data-analyse
Coderen en categoriseren: Lees alle verzamelde data (observatienotities, enquêtereacties, gespreksaantekeningen) grondig door. Markeer sleutelwoorden, zinsneden en terugkerende thema's die te maken hebben met ongeschreven regels, normen, waarden, gedragspatronen en leerlingenpercepties. Groepeer deze in relevante categorieën (bijv. "conformiteit", "competitie", "veiligheid", "autoriteit").
Thematische analyse: Identificeer de meest prominente thema's en patronen die uit de data naar voren komen. Welke ongeschreven regels lijken het sterkst aanwezig? Welke invloed hebben ze op de leerlingen?
Triangulatie: Vergelijk de bevindingen uit de verschillende bronnen (observaties, leerlingenenquêtes, interviews met leerlingen en mentorleerkracht). Zijn er overeenkomsten? Zijn er verschillen in perceptie? Waar komen deze verschillen vandaan?
9. Tijdspad (voorbeeld – aan te passen aan de duur van de stage)
Week 1-2: Verdieping theorie, ontwerp dataverzamelingsinstrumenten (observatieformulier, enquête).
Week 3-6: Actieve dataverzameling (regelmatige observaties, invullen dagboek, afname enquête, plannen en uitvoeren informele gesprekken/interviews).
Week 7-8: Start data-analyse, overleg met mentorleerkracht.
Week 9-10: Afronding data-analyse, formuleren van conclusies en concrete aanbevelingen, opstellen onderzoeksverslag.
10. Ethische Overwegingen
Anonimiteit en Vertrouwelijkheid: Garandeer de anonimiteit van leerlingen bij enquêtes en behandel alle verzamelde informatie strikt vertrouwelijk. Maak duidelijk aan de leerlingen dat hun antwoorden niet individueel herleidbaar zijn.
Informed Consent: Verkrijg expliciete toestemming van de schoolleiding en de mentorleerkracht voor het uitvoeren van dit onderzoek. Informeer leerlingen over het doel van het onderzoek en vraag hun vrijwillige deelname (en indien nodig, toestemming van ouders/voogden).
Geen Stigmatisering: Zorg ervoor dat het onderzoek of de vragenlijsten op geen enkele manier leerlingen stigmatiseren of negatieve gevoelens opwekken.
11. Verwachte resultaten en aanbevelingen
Een gedetailleerd overzicht van de impliciete regels en normen die de school- en klascultuur kenmerken.
Inzicht in hoe leerlingen de schoolcultuur ervaren en hoe dit hun gedrag, interacties en welbevinden beïnvloedt.
Concrete, haalbare aanbevelingen voor de student-leerkracht om bewust in te grijpen op de klascultuur 19 en, indien mogelijk, input te leveren voor schoolbrede verbeteringen. Denk hierbij aan:
Expliciet bespreken van (ongewenste) ongeschreven regels in de klas en er gezamenlijk nieuwe afspraken over maken20.
Actief bevorderen van een positieve groepsdynamiek en samenwerking21.
Ruimte creëren voor eigenheid en diversiteit, in plaats van conformiteit22.
Transparant zijn over de eigen verwachtingen en waarden.
12. Reflectie op het proces
Na het afronden van het onderzoek is het essentieel om te reflecteren op het leerproces: Wat waren de uitdagingen bij de dataverzameling en -analyse? Wat heb je geleerd over de complexiteit van schoolcultuur en het verborgen leerplan? Hoe heeft dit onderzoek je blik op je eigen rol als leerkracht veranderd? Deze reflectie draagt bij aan een duurzame professionele ontwikkeling.