Op basis van de bijgevoegde tekst over het verborgen leerplan stel ik de volgende onderzoeksvraag voor, die duidelijk, relevant en haalbaar is voor een student in de lerarenopleiding:
1 Onderzoeksvraag
Hoe ervaren leerlingen de impliciete boodschappen over samenwerking en competitie in de klas, en hoe beïnvloeden deze hun leerhouding en onderlinge relaties?
2 Waarom deze vraag geschikt is voor praktijkonderzoek?
Duidelijk en afgebakend: De focus ligt op één domein van het verborgen leerplan: de impliciete boodschap rond samenwerking versus competitie.
Relevant voor de klaspraktijk: Leerkrachten maken voortdurend keuzes die (onbewust) samenwerking of competitie bevorderen, met impact op de klasdynamiek.
Onderzoekbaar: Studenten kunnen observaties doen, gesprekken voeren met leerlingen (bv. via interviews of een vragenlijst), of eigen lesinterventies ontwerpen en analyseren.
Aansluiting bij de opleiding: Studenten leren zo kritisch kijken naar hun eigen rol als leerkracht én de bredere schoolcultuur.
Indien je een andere focus wil (zoals gezagsverhoudingen, gender, feedbackcultuur, inclusie...) kan ik ook een aangepaste onderzoeksvraag formuleren. Laat maar weten!
Hieronder vind je een concreet onderzoeksplan dat een student in de lerarenopleiding op stage kan hanteren om de voorgestelde onderzoeksvraag te onderzoeken:
3 🧭 Onderzoeksplan
1. Onderzoeksvraag
Hoe ervaren leerlingen de impliciete boodschappen over samenwerking en competitie in de klas, en hoe beïnvloeden deze hun leerhouding en onderlinge relaties?
2. Doelstelling van het onderzoek
De student wil inzicht krijgen in:
Welke (impliciete) signalen leerlingen ervaren die samenwerking of competitie bevorderen;
Hoe leerlingen deze signalen interpreteren;
Wat de invloed daarvan is op hun motivatie, betrokkenheid en relatie met klasgenoten;
Hoe hij/zij als toekomstige leerkracht bewuster kan omgaan met het stimuleren van samenwerking versus competitie.
3. Onderzoekscontext
Doelgroep: leerlingen van de klas waar de student stage loopt (bij voorkeur 2e of 3e graad secundair onderwijs).
Onderzoeksperiode: bij voorkeur een periode van 2 à 3 weken tijdens een stage of lesreeks.
Aantal leerlingen: minimaal 10 tot 15 leerlingen (afhankelijk van de klasgrootte).
4. Onderzoeksmethoden
A. Lesobservaties
Student observeert (en documenteert) lessen waarin interactie tussen leerlingen centraal staat.
Let op: woordgebruik van de leerkracht, werkvormen, beloningssystemen, groepsindelingen, reacties op fouten.
Gebruik observatieschema of logboek.
B. Korte schriftelijke bevraging (anoniem)
5 à 7 gerichte stellingen of open vragen voor leerlingen, zoals:
“In deze klas werken we vaak samen.” (eens – oneens)
“Ik heb het gevoel dat ik moet ‘presteren’ ten opzichte van mijn klasgenoten.”
“Wat vind jij leuk of lastig aan samenwerken in de klas?”
“Wat gebeurt er als iemand beter of slechter presteert dan anderen?”
C. Korte groepsinterviews (optioneel)
2 tot 3 kleine gespreksgroepjes van 3 à 4 leerlingen.
Thema’s: ervaringen met samenwerken, competitiegevoel, klasdynamiek.
Gebruik semigestructureerde vragen (vooraf opgesteld).
D. Reflectie op eigen lespraktijk
De student geeft 2 eigen lessen waarin bewust gekozen wordt voor een coöperatieve werkvorm.
Nadien reflecteert de student op de reacties van de leerlingen (via observatie of nabespreking).
5. Data-analyse
Student vergelijkt observaties met leerlingpercepties.
Hij/zij noteert terugkerende patronen of opvallende verschillen.
Analyse gebeurt thematisch: “ervaringen met samenwerking”, “competitieve signalen”, “impact op motivatie”, enz.
6. Ethische aandachtspunten
Informeer klas en mentor over het onderzoek.
Garandeer anonimiteit van leerlingen (geen namen gebruiken).
Vraag toestemming voor interviews of bevragingen.
7. Verwachte opbrengst
Student leert het verborgen leerplan herkennen in de klaspraktijk.
Kan reflecteren op hoe zijn/haar eigen lesstijl impliciete boodschappen uitzendt.
Formuleert aanbevelingen voor een bewustere klasorganisatie en communicatie.
8. Mogelijke vervolgvraag of actieonderzoek
Hoe kan ik als leerkracht het coöperatief leren in mijn klas versterken om een meer verbindende klasdynamiek te creëren?
Indien gewenst kan ik ook helpen met het opstellen van een bevraging, observatieschema of interviewvragen. Laat maar weten!
Zeker! Hieronder werk ik drie praktische onderzoeksinstrumenten uit die passen bij het onderzoeksplan:
Observatieschema
Leerlingenbevraging (vragenlijst)
Interviewleidraad voor groepsgesprek
Deze instrumenten zijn bruikbaar tijdens stages en kunnen aangepast worden aan de context van de klas.
🧾 1. Observatieschema — Focus op samenwerking en competitie
Lesgegevens
Datum
Klas
Vak / Lesonderwerp
Observerende student
Aspect
Wat observeer je?
Voorbeelden / Notities
Werkvormen
Wordt er individueel of samen gewerkt?
Groepswerk, duo-opdrachten, klassikaal…
Interactie tussen leerlingen
Stimuleert de les samenwerking of competitie?
Helpen ze elkaar? Of vergelijken ze cijfers?
Taalgebruik leerkracht
Welke woorden gebruikt de leerkracht?
“De beste van de klas”, “Wie is sneller?”, “Werk samen”…
Evaluatie of feedback
Wordt samenwerking of prestatie beloond?
Punten, complimenten, ranglijst, bespreking van groepsresultaten
Reageren op fouten
Wat gebeurt er als een leerling een fout maakt?
Lacht men ermee? Wordt de fout besproken als leerkans?
Groepsvorming
Hoe worden groepjes gekozen of samengesteld?
Willekeurig, zelf kiezen, op niveau…
Algemene sfeer
Competitief of coöperatief?
Stilte, spanning, humor, onderlinge steun…
📋 2. Vragenlijst voor leerlingen (kort, anoniem)
Doel: nagaan hoe leerlingen de sfeer en impliciete boodschappen rond samenwerking/competitie ervaren.
Tijd: 5-10 minuten, digitaal of op papier
Schalen: Likert-schaal (1 = helemaal niet akkoord – 5 = helemaal akkoord) + enkele open vragen
Stellingen (Likert)
In deze klas wordt veel samengewerkt.
Ik voel me op mijn gemak als ik met klasgenoten moet samenwerken.
Ik heb het gevoel dat leerlingen in deze klas met elkaar concurreren.
Als iemand een fout maakt, wordt daar respectvol op gereageerd.
Ik krijg complimenten voor inzet, ook als het resultaat niet perfect is.
Ik weet wat de leerkracht van ons verwacht als we samenwerken.
Open vragen
Wat vind jij leuk aan samenwerken in de klas?
Wat vind je moeilijk of lastig bij samenwerken?
Wanneer voel jij je onder druk staan om te presteren?
Wat zou volgens jou beter kunnen in de samenwerking tussen leerlingen?
Opmerking: Deze bevraging kan geanonimiseerd worden verwerkt en vergeleken met observatiegegevens.
🗣️ 3. Interviewleidraad voor groepsgesprek (optioneel)
Doel: verdieping van de leerlingervaringen — kleine groepjes (3-4 leerlingen)
Duur: 15 à 20 minuten
Vorm: semigestructureerd (vaste kernvragen, open voor doorvragen)
Introductie
“Ik doe een klein onderzoekje over hoe leerlingen samenwerking en competitie ervaren in de klas. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Alles wat je zegt blijft anoniem.”
Kernvragen
Werk je graag samen in de klas? Waarom wel/niet?
Hoe wordt samenwerking volgens jou gestimuleerd of net afgeremd?
Heb je soms het gevoel dat je met anderen moet concurreren? In welke situaties?
Wat doet de leerkracht waardoor je beter (of minder goed) samenwerkt met anderen?
Hoe voel jij je als je een fout maakt in de klas?
Zijn er momenten waarop je je extra gemotiveerd voelt om je best te doen? Waarom?
Als jij iets mocht veranderen aan hoe er gewerkt wordt in de klas, wat zou dat dan zijn?
Wil je ook een voorbeeld van hoe je deze instrumenten kunt analyseren of rapporteren? Ik help je daar graag mee verder.
Uitstekend! Hieronder geef ik een voorstel voor hoe je de verzamelde gegevens uit elk instrument systematisch kunt analyseren en rapporteren in je praktijkonderzoek.
📊 1. Analyse van het observatieschema
Stap 1: Gegevens ordenen
Zet je observaties per les in een tabel of kort verslag.
Noteer telkens:
Lesinhoud en doel
Werkvormen
Signalen van samenwerking of competitie
Interactie tussen leerlingen en met de leerkracht
Stap 2: Thema’s of patronen zoeken
Gebruik kleurcodes of labels om terugkerende elementen te markeren:
⚫ Samenwerking (positieve interactie, samen opdrachten oplossen)
🔴 Competitie (vergelijken van resultaten, prestatiedruk)
🟡 Neutrale of gemengde signalen
Stap 3: Interpretatie
Beantwoord o.a. deze vragen:
Welke werkvormen dragen bij tot samenwerking?
In welke situaties wordt competitie zichtbaar?
Welke rol speelt de leerkracht in de sfeer (verbindend vs. sturend)?
Voorbeeld van een korte conclusie (observaties):
"In vier van de vijf geobserveerde lessen werd individueel gewerkt, met duidelijke nadruk op correcte antwoorden en prestaties. Enkel in de projectles werd coöperatief leren ingezet, waarbij leerlingen elkaar actief hielpen. De leerkracht prees hier inzet en samenwerking, wat zichtbaar leidde tot meer positieve interactie."
📋 2. Analyse van de vragenlijst
Stap 1: Likert-schaal samenvatten
Zet per stelling het gemiddelde en de spreiding (min/max) in een tabel.
Gebruik eenvoudige grafieken (staafdiagram, taartdiagram) om visueel weer te geven.
Stelling
Gemiddelde score (1-5)
In deze klas wordt veel samengewerkt
2,9
Ik voel me op mijn gemak bij samenwerken
3,8
Leerlingen concurreren met elkaar
4,2
…
…
Stap 2: Open antwoorden groeperen
Zoek per vraag naar terugkerende thema’s (bijv. “tijdsdruk”, “onduidelijkheid bij samenwerken”, “leuke groepsopdrachten”).
Tel hoe vaak bepaalde opmerkingen terugkomen.
Voeg enkele letterlijke quotes toe voor diepgang.
Voorbeeld conclusie (vragenlijst):
"Hoewel veel leerlingen aangeven graag samen te werken (gem. score 3,8), ervaren ze tegelijk een competitieve sfeer (score 4,2). In de open vragen geven meerdere leerlingen aan dat ze 'beter moeten zijn dan anderen' en dat 'alles draait om punten'."
🗣️ 3. Analyse van het groepsinterview
Stap 1: Notities of opname uitschrijven (samenvattend of woordelijk)
Gebruik kolommen voor structuur:
Vraag
Antwoorden / thema's
Opvallende uitspraken
Wat vind je van samenwerken in de klas?
"Meestal leuk, maar we mogen niet vaak."
"Soms helpt niemand je als je iets niet snapt."
Voel je druk om te presteren?
"Ja, zeker bij toetsen."
"Soms lijkt het alsof alles een wedstrijd is."
Stap 2: Thema's bundelen
Identificeer:
Positieve ervaringen met samenwerking
Spanningen rond competitie
Rol van de leerkracht
Verschillen tussen vakken of lessen
Voorbeeld conclusie (interview):
"Leerlingen geven aan dat groepswerk hen helpt om stof beter te begrijpen. Toch leeft er ook angst om fouten te maken of minder goed te presteren dan anderen. Eén leerling zei: 'Als je het slecht doet in een groep, denken de anderen dat jij dom bent.'"
📄 4. Rapporteren van je bevindingen (voorbeeldstructuur)
Titel
Hoe beïnvloeden impliciete boodschappen over samenwerking en competitie het leerklimaat in de klas?
Inleiding
Korte situering: het verborgen leerplan en je onderzoeksvraag
Doelstelling van je praktijkonderzoek
Onderzoeksopzet
Waar, wanneer en met wie werd het onderzoek uitgevoerd?
Welke methodes werden gebruikt?
Resultaten
Observaties: patronen in klasorganisatie, taalgebruik, lesaanpak
Vragenlijst: scores, opvallende uitspraken
Interview: citaten, gevoelslagen van leerlingen
Interpretatie en reflectie
Wat zeggen je resultaten over de impliciete boodschappen in jouw klas?
Wat betekent dit voor je rol als (toekomstige) leerkracht?
Aanbevelingen
Hoe zou jij samenwerking bewuster kunnen stimuleren?
Welke (kleine) aanpassingen kunnen het klasklimaat verbeteren?
Bijlagen
Observatieschema's
Vragenlijst
Interviewvragen