In een leeravontuur voor leerlingen van de eerste graad secundair onderwijs kan het Terra Nova-concept worden toegepast. Dit concept, ontwikkeld aan de Universiteit van Leuven, is een adventuregame in de vorm van een detectiveverhaal dat de leerlingen motiveert door hen een duidelijke, overkoepelende opdracht te geven. Dit voldoet aan het criterium om ICT-opdrachten in een context te kleden en er een leeravontuur van te maken .
Scenariodetails van het Leeravontuur
Het leeravontuur volgt het kaderverhaal van Terra Nova. Leerlingen worden detectives die de verdwijning van een ontdekkingsreiziger moeten oplossen. Vlak voor zijn verdwijning heeft de reiziger een kist opgestuurd met voorwerpen van zijn laatste reizen. Deze voorwerpen bevatten aanwijzingen over waar hij geweest is.
Het avontuur is opgebouwd uit vijf rondes:
Aanloopronde: Leerlingen worden geïntroduceerd in de intrige en maken kennis met de personages. Ze krijgen de opdracht via een krantenbericht over de verdwijning. Een museumdirecteur sponsort de zoektocht in ruil voor informatie die de leerlingen verzamelen.
Drie Expeditierondes: Leerlingen reizen naar verschillende locaties om informatie en aanwijzingen te verzamelen. Per ronde zijn er twee activiteiten: één op cd-rom en één op papier8. De hints die ze verzamelen vallen in drie categorieën:
Plaats hints: over de locaties waar de ontdekkingsreiziger is geweest.
Verdwijningshints: wijzen naar de museumdirecteur als de ontvoerder. Hij wil de verzamelde voorwerpen tentoonstellen.
Geheimhints: leiden tot de geheime theorie van de ontdekkingsreiziger dat oude culturen contact met elkaar hadden. De ultieme sleutel is dat elk voorwerp een vreemd teken heeft.
Finale: De ontknoping volgt wanneer de ontdekkingsreiziger gelokaliseerd is. De leerlingen moeten al hun verworven vaardigheden en informatie gebruiken om hem te bevrijden.
Na elke expeditieronde wisselen de leerlingen in teams de verzamelde informatie uit. Een centraal infopunt is hiervoor aan te raden.
Leerinhouden en Vakoverschrijdende Vaardigheden
Het leeravontuur volgt het leerplan en omvat verschillende vakgebieden. De verdeling kan als volgt zijn: 25% wereldoriëntatie, 25% wiskunde, en 25% taal, waarbij de overige 25% voor andere vakken is20. Dit komt overeen met 6 tot 9 lesuren per week, wat kan worden ingevuld met projectdagen of een projectweek.
Vakoverschrijdende vaardigheden (BACOS 1.3, 1.4, 1.7, 2.2):
Probleemoplossend denken en kritisch redeneren: Leerlingen moeten de verschillende hints (plaats, verdwijning, geheim) combineren om het mysterie op te lossen.
Samenwerken en informatie uitwisselen: In teams zoeken ze naar sporen en wisselen ze na elke ronde informatie en vaardigheden uit.
Communicatie: Leerlingen moeten informatie aan elkaar doorgeven en de bevindingen aan de museumdirecteur overhandigen.
Zelfsturing: Leerlingen kunnen met het logboek de voortgang versnellen en een andere groep kan overnemen waar de vorige is gestopt.
Digitale geletterdheid: De activiteiten vinden plaats op cd-rom en internet.
Gebruik van Andere Programma's
Verschillende softwareprogramma's kunnen worden ingezet om de activiteiten concreet te maken:
Word: Leerlingen kunnen in Word een wachtwoord beveiligen document openen om extra informatie te krijgen. Dit wachtwoord moeten ze verdienen of zoeken.
Excel: Budgettering en vervoervraagstukken worden in Excel opgelost. Leerlingen moeten reizen met een beperkt budget dat door de museumdirecteur wordt gesponsord. In Excel kan je een cel verwijzen naar een specifiek blad in een ander bestand. Ook is het mogelijk om een kruiswoordraadsel te maken met voorwaardelijke opmaak.
PowerPoint: Screenshots van videogames kunnen als panorama's dienen om links mee te leggen. Hierdoor wordt de indruk gewekt dat je in een omgeving rondloopt en kan je inzoomen op gebieden. Om te voorkomen dat leerlingen scrollen, kan de diavoorstelling worden ingesteld op "bekeken in kiosk (volledig scherm)".
Hotpotatoes: Dit kan worden gebruikt om hints toe te voegen aan feedback. Ook kan de terugknop in hotpot worden gebruikt om te voorkomen dat leerlingen in html naar powerpoint gaan.
Internet: Aanvullende activiteiten en informatie worden online gezocht. Javascripts van websites als www.leejoo.nl kunnen worden gebruikt voor het controleren van codes of voor memoryspellen.