We spreken van de beginjaren van deze eeuw: 2004 -2008.
Op een gegeven ogenblik werd er beslist een nieuw vak in te voeren in de opleiding lerarenopleiding: ICT.
We moesten vanaf nul beginnen. Dus werd er met een viertal mensen vergaderd om dit vak in te vullen.
We ontwierpen volgende leerlijn:
eerste jaar
gericht op het verwerven van de instrumenten die ze zelf nodig hebben in hun studie: de Office-pakketten, vooral tekstverwerking.
rekening houdend met de verschillende voorkennis van de studenten: dus differentiële leerwegen
afgesloten met een geijkte toets (ECDL) die ook recht gaf op een attest
tweede jaar
toepassing van de geleerde vaardigheden in de lessen op stage
derde jaar
een soort syntheseproef waarin alles moest worden geïntegreerd naar een eigen opzet dat kon gebruikt worden op stage
Er zat dus een duidelijke leerlijn in (van geïsoleerde vaardigheden naar meer integratie) en was gekoppeld aan de stagemogelijkheden die de studenten in de opleiding kregen. Ook was er een gelijkaardig programma voorzien voor zowel de opleiding kleuteronderwijs, lager onderwijs en secundair onderwijs. Tot onze verbazing kregen we bij de doorlichting te horen dat er een duidelijke leerlijn in ICT ontbrak....
Dit leerplan werd stapsgewijs, per jaar ingevoerd. Na het tweede jaar was nog niet veel van het derde jaar ingevuld. Ik kreeg de eer dit verder uit te werken. Hiervoor werden erg weinig contacturen (3u) voorzien en veel uren individueel werk (25u).
Intussen gaf ik ook nascholing in de lagere scholen in de verre omtrek in het kader van het REN-project. Hiervoor kreeg ik gedurende drie jaar een aantal uren ter beschikking. Ik las me in, volgde nascholingen. Op één van de nascholingen nam ik kennis van een leerkracht die met Excel zelfcorrigerende oefeningen maakte. Een interessant concept, maar het verborgen leerplan in gedachte (ook de manier waarop je ict gebruikt maakt hiervan deel uit) zocht ik naar een andere benadering; één die meer aansloot bij het concept van ervaringsgerichtheid.
In de zoektocht op het net kwam ik het project Terranova tegen... en de wereld ging voor mij open: een echt avontuur, waar de leerlingen in werden meegenomen, verbonden met eindtermen en leerplandoelen. Dit werd mijn model, maar ik besefte dat noch ikzelf noch de studenten op dat ogenblik in staat waren om zoiets op het net te toveren. Dus moest het met de middelen die ze tot dan toe hadden geleerd. Ik exploreerde de Office-programma's naar technieken die hiervoor konden worden gebruikt: het leggen van links, animatie op de dia's en tussen de dia's, formules, verbergen van onderdelen, enz... En na deze lessen kregen ze de "open" opdracht om er zelf iets van te maken. Een open opdracht omdat elke uitwerking anders was: andere vakken, ander opzet, enz.
Voor de beoordeling ontwierp ik een aantal criteria die geënt waren op de basiscompetenties die ze moesten verwerven. Er werd gezorgd dat ook het inhoudelijke en het creatieve aspect werden gewaardeerd, zodat zelfs niet het merendeel van de punten stond op de technische vaardigheden. Elk aspect kreeg een bepaalde weging in het eindtotaal van de opdracht. De studenten moesten ook telkens aangeven hoeveel tijd ze aan de opdracht hadden besteed. Het bleek dat de tijd die werd voorzien, niet volstond om de opdracht te maken. Daarvoor zocht ik contact met de vakleerkrachten. Verschillende onder hen zagen er wel iets in zitten, en dus werd de opdracht ook opgenomen in de verschillende onderwijsvakken, als eindwerk of als stageopdracht. Zo kregen ze van hen ook een aantal uren bij.
Een eerste doorbraak kwam in de REN-nascholingen, waar ik meestal ongeveer dezelfde werkwijze volgde als in de opleiding. De leerkrachten van de lagere scholen kregen ook een gelijkaardige opdracht als de studenten in opleiding. Meestal kwam hiervan niet veel terecht... er stond ook geen stok achter de deur, de mensen hadden het waarschijnlijk al druk genoeg. Tot op een punt ... bij de voorstelling van hun resultaten een leerkracht in Houtvenne met een prachtig projectje voor de dag kwam, dat voldeed aan de doelstellingen: The Pink Panter... verkeer in het derde leerjaar. Met haar toestemming werd dit het model dat ook in de opleiding werd gebruikt.
Elk jaar vond ik nieuwe inspiratie in de werken die werden binnengebracht. Zo werd ook telkens de voorbereiding, de opdracht zelf en de beoordeling verfijnd, meer doelgericht. Tot op een gegeven moment een bepaalde student weer verschillende stapjes verder zette. Deze student werd uitgenodigd enkele lestijden zijn project voor te stellen aan de rest van het jaar en uit te leggen hoe hij dit had gemaakt. Weer werd een grote stap gezet. Elk jaar was het een hele boterham om de werken door te nemen, want ik moest zelf elk avontuur doornemen, proberen te doorgronden, het werk op elk criterium beoordelen ... en elk werk zat anders in elkaar...
Geleidelijk aan ontwikkelden zich twee basisconcepten:
een waarbij het verhaal als een schil rond de leerinhouden en oefeningen werd gelegd. Dit had het voordeel dat dezelfde uitwerking op verschillende tijdstippen, met andere inhouden kon gevuld worden
een waarbij de oefeningen integraal verbonden waren met het verhaal. Dit had hert voordeel dat de oefeningen werkelijk functioneel konden gemaakt worden.
Stap voor stap werd zo een concept, dat sterk aansloot bij het concept van de opleiding, met behulp van studenten, neen, verkeerd, door leraren en studenten lerarenopleiding, omgezet in toepassingen voor de klaspraktijk. Door de uitdagende, complexe opdracht kwamen er producten uit voort die ver beneden mijn eigen kunnen, ver voorbij mijn grenzen lagen. En dit maakt ook grotendeels het belang van dit onderdeel uit.. ik werd de leerling, een aantal onder de studenten werden mijn, neen, weer verkeerd, onze leer-kracht. De grote stappen in dit proces waren: een product van de de nascholing REN de gestolen diamant, de taak verborgen slang en daarbij aansluitend, de workshop van Robbe.
Na enkele jaren kreeg ik bij mijn evaluatiegesprek te horen dat verschillende studenten hadden gezegd dat ze wisten dat sommige andere studenten hun werk niet zelf maakten. Dat ze dit uitbesteedden omdat ze het niet konden? omdat ze niet de tijd wilden investeren? Van dan af selecteerde ik de werken waarin vaardigheden voorkwamen waarvan ik dacht dat de studenten het zelf niet konden, of ook wel vaardigheden waarvan ik zelf niet alles wist en die ik graag zou bijleren. De studenten moesten dit dan mondeling aan me komen toelichten. Zo wist ik dat ze het uiteindelijk toch zelf konden... en dat was de bedoeling. Er zijn geen studenten geweest die het niet konden voordoen/uitleggen....
Na enkele jaren een andere opdracht... de opdracht verwatert...