Antwoord op Gemini op de vraag: Wat is assessment?
Een assessment (ook wel geschiktheidstest genoemd) is een gestructureerde evaluatie die wordt ingezet om de capaciteiten, vaardigheden, kennis en persoonlijkheidskenmerken van een persoon te meten. Het doel is om een duidelijk beeld te krijgen van hoe geschikt iemand is voor een bepaalde functie, taak of ontwikkelingsrichting.
Assessments worden veel gebruikt in de wereld van werving en selectie, maar ook in andere sectoren zoals het onderwijs en loopbaanbegeleiding.
Doel van een assessment:
Het primaire doel van een assessment is het voorspellen van werkgedrag en het beoordelen van het potentieel van een persoon. Specifieke doelen kunnen zijn:
Selectie: Bepalen of een sollicitant geschikt is voor een specifieke functie en of die persoon goed past bij de organisatiecultuur.
Ontwikkeling: Inzicht krijgen in de sterke en zwakke punten van een medewerker om ontwikkelingsmogelijkheden en doorgroeikansen binnen het bedrijf te identificeren.
Loopbaanoriëntatie: Helpen bij het maken van een studiekeuze of een nieuwe carrièrestap door inzicht te geven in interesses, competenties en passende loopbaanrichtingen.
Onderdelen van een assessment:
Een assessment bestaat vaak uit een combinatie van verschillende psychologische tests, gesprekken en praktijksimulaties. Veelvoorkomende onderdelen zijn:
Intelligentietests / Capaciteitentests: Meten het werk- en denkniveau, probleemoplossende vaardigheden en analytisch denkvermogen. Voorbeelden zijn verbale analogieën, cijferreeksen en figurenreeksen.
Persoonlijkheidstests: Geven inzicht in karaktertrekken, drijfveren en hoe iemand reageert in verschillende situaties.
Interviews: Gestructureerde gesprekken met een psycholoog of getrainde HR-medewerker, waarin motivatie, ambities, vaardigheden en ervaringen worden besproken.
Praktijkcases / Rollenspellen: Simulaties van realistische werksituaties om te beoordelen hoe iemand in de praktijk reageert, bijvoorbeeld op het gebied van communicatie of leiderschap.
Vaardigheidstests: Meten specifieke vaardigheden die relevant zijn voor de functie, zoals typevaardigheid of programmeervaardigheden.
Soorten assessments:
Afhankelijk van het doel kunnen assessments in verschillende categorieën worden ingedeeld:
Selectie-assessment: Om te bepalen of een kandidaat geschikt is voor een specifieke functie.
Ontwikkelingsassessment: Om de sterke en minder sterke punten van een werknemer te identificeren en ontwikkelingsmogelijkheden te bepalen.
Loopbaanassessment: Om te helpen bij loopbaanvragen en het bepalen van de volgende carrièrestap.
Voorwaarden en rechten:
In Nederland worden assessments vaak uitgevoerd volgens de voorwaarden van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Dit betekent onder andere dat:
Je als kandidaat altijd het rapport mag inzien voordat de organisatie het ontvangt.
Je mag aangeven dat je niet wilt dat de organisatie het rapport ontvangt.
Het duidelijk moet zijn wat de organisatie na het assessment wil weten.
Je van tevoren mag weten wat je tijdens de assessmentdag kunt verwachten.
Antwoord van Gemini op de vraag: wat is assessment in het onderwijs?
In het onderwijs verwijst assessment naar het systematisch proces van het verzamelen, interpreteren en gebruiken van bewijs over de kennis, vaardigheden, houdingen en overtuigingen van studenten (en soms ook van docenten of onderwijsprogramma's) om leerprocessen te verbeteren en onderwijsprogramma's te verfijnen. Het is breder dan alleen "toetsen" of "examens" en omvat alle activiteiten die leraren gebruiken om te bepalen wat studenten leren en hoe ze hun onderwijs daarop kunnen aanpassen.
Doelen van assessment in het onderwijs:
Assessments in het onderwijs dienen diverse cruciale doelen:
Inzicht in leerbehoeften (Diagnostisch): Vaststellen wat studenten al weten en waar eventuele hiaten in hun kennis of vaardigheden zitten. Dit helpt leerkrachten om hun instructie af te stemmen op de specifieke behoeften van studenten.
Monitoren van voortgang (Formatief): Continu feedback geven aan zowel studenten als docenten over het leerproces. Dit stelt docenten in staat om hun lesmethoden aan te passen en studenten om hun eigen leerproces bij te sturen. Het richt zich op "leren voor de toets" in plaats van "toetsen van het leren".
Vaststellen van prestaties (Summatief): Het evalueren van studenten aan het einde van een leerperiode (bijvoorbeeld een hoofdstuk, module of schooljaar) om hun beheersing van de leerstof vast te stellen en vaak een cijfer toe te kennen. Dit meet "wat er geleerd is".
Verbeteren van onderwijs: De resultaten van assessments kunnen worden gebruikt om de effectiviteit van lesmethoden, curriculum en onderwijsprogramma's te beoordelen en te verbeteren.
Verantwoording (Accountability): Het tonen van de leerprestaties van studenten en scholen aan externe partijen, zoals ouders, schoolbesturen of de overheid.
Ontwikkeling van studenten: Studenten helpen om inzicht te krijgen in hun eigen leerproces, sterke punten en ontwikkelingsgebieden, en hen te motiveren om hun leerstrategieën te verbeteren (zelfregulatie).
Soorten assessment in het onderwijs:
Er zijn verschillende soorten assessments, vaak ingedeeld op basis van hun doel of moment van afname:
Diagnostische assessments:
Worden vóór een leerperiode afgenomen (bijvoorbeeld een kennistoets aan het begin van een nieuw onderwerp).
Doel: vaststellen van voorkennis, vaardigheden en eventuele misconcepties.
Formatieve assessments (Assessment for Learning):
Worden tijdens het leerproces continu afgenomen.
Doel: feedback geven om het leren en het onderwijs direct bij te sturen.
Voorbeelden: korte quizjes, klassikale discussies, observaties, exit-tickets, concept-maps, peer-feedback, zelfevaluatie.
Summatieve assessments (Assessment of Learning):
Worden na een leerperiode afgenomen.
Doel: het meten en certificeren van de eindprestaties.
Voorbeelden: eindexamens, proefwerken, projecten, presentaties.
Naast deze drie hoofdcategorieën zijn er ook andere belangrijke onderscheidingen:
Normgerelateerd assessment: Vergelijkt de prestaties van een student met die van een referentiegroep (bijvoorbeeld een landelijk gemiddelde of de klas).
Criteriumgerelateerd assessment: Meet de prestaties van een student tegen vooraf vastgestelde leerdoelen of standaarden (onafhankelijk van de prestaties van anderen).
Authentiek assessment: Vraagt studenten om kennis en vaardigheden toe te passen in realistische, complexe situaties die lijken op taken uit de echte wereld (bijvoorbeeld het schrijven van een verslag, het oplossen van een praktijkprobleem).
Zelfassessment/Peer-assessment: Studenten beoordelen hun eigen werk of dat van medestudenten, wat hun metacognitieve vaardigheden en kritisch denken stimuleert.
De keuze voor een specifieke assessmentvorm hangt altijd af van de leerdoelen en de context van het onderwijs. De trend is om meer nadruk te leggen op formatieve assessment en authentieke taken om zo de leerling centraal te stellen en hen actief te betrekken bij hun eigen leerproces.