Leeravontuur: De Tijdmachine Mysterie 🕰️🗺️
1. Context
De leerlingen worden een team van jonge historici die een mysterieuze fout in de tijdlijn moeten herstellen. Een belangrijke historische gebeurtenis is veranderd, en de leerlingen moeten door de tijd reizen (virtueel) om aanwijzingen te verzamelen, puzzels op te lossen en de oorspronkelijke gebeurtenis te herstellen. Dit leeravontuur stimuleert historisch denken, onderzoek vaardigheden en digitale geletterdheid.
2 Doelstellingen
Dit leeravontuur beoogt de volgende doelstellingen, rekening houdend met de ICT-competenties en leeropvattingen zoals beschreven in de bronnen:
3 ICT-competenties
Informatieve en communicatieve vaardigheden: Leerlingen leren gericht informatie te zoeken, selecteren, verwerken en presenteren via internet en office-toepassingen.
Strategische vaardigheden: Leerlingen ontwikkelen metacognitieve vaardigheden door het plannen, bewaken en reflecteren op hun eigen leerproces bij het oplossen van de opdrachten.
Instrumenteel-technische vaardigheden: Leerlingen verwerven basisvaardigheden in Word, PowerPoint, en online tools voor tijdlijnen en kaartbewerking (indien beschikbaar).
Sociaal-ethische competenties: Leerlingen werken samen aan opdrachten, respecteren elkaars werk en gaan verantwoord om met online informatie.
Leerprocesgerichte competenties:
Functioneel samenwerken aan een opdracht waarbij ICT wordt benut.
Informatie multimediaal voorstellen met ondersteuning van ICT.
Zelfstandig leren in een door ICT ondersteunde leeromgeving.
Informatie opzoeken, verwerken en bewaren met behulp van ICT.
Zelfstandig een werkstuk creëren met behulp van ICT.
2. Leerplan Katholiek Onderwijs (Voorbeelden van geïntegreerde inhouden en vaardigheden)
Geschiedenis: Historische periodes, belangrijke gebeurtenissen, bronnenanalyse, historisch denken (oorzaak en gevolg, perspectief).
Nederlands: Begrijpend lezen van historische teksten, argumenteren, samenvatten, presenteren.
Aardrijkskunde: Kaartlezen, geografische context van historische gebeurtenissen.
Sociale vaardigheden: Samenwerken, overleggen, taken verdelen, respectvolle communicatie.
4 Verloop van het Leeravontuur
Het leeravontuur is opgezet als een combinatie van een webquest en een escape room, met een duidelijke verhaallijn en verschillende fasen.
Fase 1: De oproep uit het verleden (Introductie)
Activiteit: De leerkracht introduceert het mysterie van de veranderde tijdlijn via een "videobericht" van een fictieve historicus uit de toekomst. De leerlingen ontvangen een eerste aanwijzing in de vorm van een raadsel of code.
ICT-gebruik: Projector/smartboard voor video, internet voor inspirerende voorbeelden.
Rol leerkracht: Motiveren, context scheppen, discussie faciliteren.
Rol leerling: Actief luisteren, ideeën uitwisselen, voorkennis activeren.
Fase 2: Op zoek naar aanwijzingen in het verleden (Onderzoek en Informatieverwerking)
Activiteit: De eerste aanwijzing leidt de leerlingen naar een specifieke historische periode of gebeurtenis. Ze gebruiken internet om betrouwbare bronnen te vinden (websites van musea, archieven, wetenschappelijke artikelen). Ze analyseren primaire en secundaire bronnen om informatie te verzamelen.
ICT-gebruik: Internetbrowser, zoekmachines, Word (om aantekeningen te maken en bronnen te organiseren).
Opdracht: Elk groepje maakt een "historisch dossier" in Word, met daarin:
Een samenvatting van de historische periode/gebeurtenis.
Een lijst van belangrijke personen en plaatsen.
Analyse van minstens 3 primaire bronnen (met citaten en bronvermelding).
Een hypothese over wat er mis is gegaan in de tijdlijn.
Rol leerkracht: Begeleiden bij het zoeken naar betrouwbare bronnen, uitleg geven over bronnenkritiek, stimuleren van historisch denken.
Rol leerling: Zelfstandig informatie zoeken, informatie selecteren en verwerken, digitale geletterdheid toepassen.
Fase 3: De puzzelstukken samenvoegen (Analyse en Probleemoplossing)
Activiteit: De leerlingen ontvangen meer aanwijzingen in de vorm van afbeeldingen, kaarten, citaten of korte videofragmenten. Ze moeten de aanwijzingen combineren met de informatie uit hun historisch dossier om puzzels op te lossen en de verandering in de tijdlijn te identificeren. Ze kunnen een online tool gebruiken om een tijdlijn te maken of een kaart te bewerken (indien beschikbaar).
ICT-gebruik: Word, PowerPoint (om een tijdlijn te maken), eventueel online tools voor tijdlijnen of kaartbewerking.
Opdracht: Maak een PowerPoint-presentatie waarin jullie de puzzel oplossen:
Leg uit wat de oorspronkelijke historische gebeurtenis was.
Toon hoe de tijdlijn is veranderd (met behulp van een tijdlijn).
Leg uit welke aanwijzingen jullie hebben gebruikt om de verandering te identificeren.
Formuleer een hypothese over waarom de tijdlijn is veranderd.
Rol leerkracht: Uitleg geven over de online tools (indien gebruikt), hulp bieden bij het interpreteren van de aanwijzingen, stimuleren van samenwerking en kritisch denken.
Rol leerling: Samenwerken, analyseren, kwantitatieve vaardigheden toepassen, creatief denken binnen budgetbeperkingen.
Fase 4: De tijdlijn herstellen (Communicatie en Synthese)
Activiteit: De groepjes presenteren hun oplossing aan de klas. Ze leggen uit hoe ze de verandering in de tijdlijn hebben ontdekt en hoe ze de oorspronkelijke gebeurtenis zouden herstellen. Ze gebruiken hun PowerPoint-presentatie om hun bevindingen te visualiseren en te argumenteren.
ICT-gebruik: PowerPoint (creëren van een overtuigende presentatie).
Opdracht: Presenteer jullie oplossing voor de klas. Gebruik de PowerPoint-presentatie om jullie bevindingen te visualiseren en te argumenteren. Wees overtuigend en beantwoord eventuele vragen.
Rol leerkracht: Faciliteren van presentaties, feedback geven op zowel inhoud als presentatiestijl, discussie leiden.
Rol leerling: Presentatievaardigheden oefenen, argumenteren, kritisch luisteren naar andere presentaties, reflecteren op eigen leerproces.
5 Rollen en Veronderstelde Beginsituatie
Leerkracht: De leerkracht fungeert als begeleider, expert, didacticus, gespreksleider en coach. Hij/zij creëert een stimulerende leeromgeving, daagt leerlingen uit, en biedt ondersteuning waar nodig. De leerkracht moedigt aan tot zelfstandigheid en kritische reflectie.
Leerlingen: Leerlingen construeren actief hun kennis, nemen verantwoordelijkheid voor hun leerproces, plannen en controleren hun activiteiten, en werken samen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Ze leren reflecteren op hun leerproces en expliciteren wat ze geleerd hebben.
Veronderstelde beginsituatie:
Basiskennis van computergebruik (navigeren, bestanden opslaan).
Enige ervaring met internet (zoeken, websites bezoeken).
Basiskennis van tekstverwerking (typen, kopiëren/plakken).
Bereidheid tot samenwerking, probleemoplossend denken en creativiteit.
2. Organisatie
Ruimte: Computerlokaal of klaslokaal met voldoende computers/laptops met internettoegang en Microsoft Office (Word, PowerPoint).
Aantal leerlingen: Groepjes van 3-4 leerlingen.
Groepering: Vaste groepjes gedurende het hele leeravontuur om continuïteit en verantwoordelijkheid te waarborgen.
Materialen: Computers/laptops, internet, Microsoft Office (Word, PowerPoint). Eventueel projectoren of digiborden voor presentaties.
3. Voorbereiding (voor de leerkracht)
Verhaallijn uitwerken: Definieer de historische periode/gebeurtenis, de verandering in de tijdlijn en de puzzels die de leerlingen moeten oplossen.
Digitale bronnen voorbereiden:
Verzamel een lijst met betrouwbare websites over de gekozen historische periode/gebeurtenis (bv. websites van musea, archieven).
Zoek of maak afbeeldingen, kaarten, citaten of korte videofragmenten die als aanwijzingen kunnen dienen.
Overweeg HotPot-oefeningen te maken voor begripscontrole van basisbegrippen over de historische periode.
Instructiemateriaal: Maak korte handleidingen of verwijs naar tutorials voor de specifieke Word- en PowerPoint-functies die de leerlingen moeten gebruiken.
Evaluatieschema afdrukken: Zorg voor voldoende exemplaren van het evaluatieschema voor zelf-, peer- en leerkrachtevaluatie.
Technische controle: Controleer de functionaliteit van alle computers, internettoegang en software.