Om een onderzoeksvraag en een onderzoeksplan uit te werken, richten we ons op de ondersteuning bij het managen van een open thema door de leerkracht-stagiair, zoals gesuggereerd door de nood aan een "stappenplan voor de mondelinge en schriftelijke presentatie" en de algemene context van "open PAV-onderwijs" in de tekst.
Onderzoeksvraag
Welke specifieke strategieën voor formatieve evaluatie kan een leerkracht-stagiair inzetten om leerlingen effectief te ondersteunen bij het structureren en presenteren van hun bevindingen binnen een open PAV-thema, en hoe beïnvloeden deze strategieën de zelfregulatievaardigheden van de leerlingen?
Gedetailleerd Onderzoeksplan
Dit onderzoeksplan focust op de rol van formatieve evaluatiestrategieën door een leerkracht-stagiair om leerlingen te ondersteunen bij het structureren en presenteren van open PAV-thema's, en de invloed hiervan op hun zelfregulatievaardigheden.
1. Doelstellingen
Primaire Doelstelling: Inzicht krijgen in de meest effectieve formatieve evaluatiestrategieën voor het begeleiden van leerlingen bij het organiseren en presenteren van complexe informatie binnen open PAV-thema's.
Secundaire Doelstellingen:
Analyseren hoe de toegepaste formatieve evaluatiestrategieën de zelfregulatievaardigheden (planning, monitoring, reflectie) van leerlingen beïnvloeden.
Vaststellen welke specifieke uitdagingen leerlingen ervaren bij het structureren en presenteren van open thema's en hoe formatieve evaluatie hierop inspeelt.
Identificeren van de percepties van leerlingen en de leerkracht-stagiair over de effectiviteit van de ingezette ondersteuning.
Formuleren van praktische aanbevelingen voor toekomstige leerkracht-stagiairs en PAV-leerkrachten.
2. Onderzoeksgroep
Doelgroep: Eén of twee klassen uit de tweede of derde graad secundair onderwijs (bijvoorbeeld 3e, 4e of 5e jaar PAV) die werken aan een open, complex PAV-thema dat resulteert in een mondelinge en/of schriftelijke presentatie.
Selectiecriteria: Klassen waarvan de leerlingen gewend zijn aan enige vorm van zelfstandig werken en de PAV-leerkracht openstaat voor het experimenteren met en observeren van verschillende formatieve evaluatiestrategieën.
3. Tijdsplanning (voorbeeld)
Week 1-2: Voorbereiding, literatuurstudie over formatieve evaluatie en zelfregulatie. Ontwikkeling van concrete evaluatie-instrumenten en de PAV-opdracht.
Week 3: Introductie van het open PAV-thema en de projectopdracht. Start van de projectfase en implementatie van de eerste formatieve evaluatiestrategieën.
Week 4-8: Doorlopende begeleiding met diverse formatieve evaluatiestrategieën en dataverzameling tijdens het leerproces en de presentaties.
Week 9-10: Data-analyse en rapportage.
4. Onderzoeksdesign
Dit onderzoek zal een mixed-methods benadering hanteren, waarbij zowel kwalitatieve als kwantitatieve gegevens worden verzameld. Het design is actieonderzoek-achtig, waarbij de leerkracht-stagiair iteratief verschillende formatieve evaluatiestrategieën toepast en hun impact observeert.
4.1. Voorbereidende Fasen
Literatuurstudie: Verdieping in concepten van formatieve evaluatie (bijv. feedback geven, leerlingzelfevaluatie, peerfeedback, rubrics), zelfregulatievaardigheden (plannen, monitoren, reflecteren, strategieën aanpassen) en de specifieke uitdagingen van open thema's in PAV (structuur, bronnenbeheer, samenhang).
Ontwikkeling Open PAV-thema & Opdracht: Kies een breed, relevant en voldoende complex open PAV-thema (bijv. "De impact van artificiële intelligentie op de samenleving", "Voeding en gezondheid: een maatschappelijk perspectief", "De toekomst van werk in een veranderende wereld"). Formuleer een duidelijke projectopdracht die een mondelinge en/of schriftelijke presentatie vereist.
Selectie en Ontwikkeling Formative Evaluatiestrategieën: Identificeer een reeks concrete formatieve evaluatiestrategieën die tijdens het project gebruikt zullen worden. Voorbeelden:
Checkpoints/Mijlpalen: Vaste momenten in het project waarop leerlingen hun voortgang presenteren en feedback ontvangen.
Feedbackloops: Specifieke momenten voor peerfeedback op deelproducten (bijv. opbouw van de presentatie, structuur van de tekst).
Rubrics voor Proces en Product: Duidelijke beoordelingscriteria voor zowel het werkproces (planning, samenwerking) als het eindproduct (structuur, inhoud, presentatie).
Zelfreflectievragen: Leerlingen vragen stellen over hun eigen leerproces, gemaakte keuzes en uitdagingen.
Gerichte Vragen: De leerkracht stelt vragen die leerlingen helpen hun denken te structureren ("Hoe hangt dit deel samen met je hoofdthema?", "Wat is je belangrijkste boodschap hier?", "Hoe zorg je dat je publiek je redenering kan volgen?").
Instructie voor Leerlingen: Informeer de leerlingen over het project, de verwachtingen ten aanzien van de presentatie, en de rol van de formatieve evaluatiemomenten. Benadruk dat feedback bedoeld is om te leren en te verbeteren.
4.2. Implementatie van Formatieve Evaluatiestrategieën
Fase 1: Planning & Initiatie (begin project):
Introduceer de rubric voor het proces (planning, taakverdeling).
Gebruik checkpoints om de initiële planning en onderwerpkeuze te bespreken en feedback te geven op de structuur.
Observeer: Hoe plannen leerlingen hun project? Welke struikelblokken zijn er in de beginfase?
Fase 2: Uitwerking & Monitoring (midden project):
Implementeer peerfeedback op concepten van de presentatie of tekst (bijv. via een feedbackformulier gebaseerd op de rubric voor het product).
Houd individuele of groepsgesprekken waarin de leerkracht gerichte vragen stelt over de voortgang en de leerlingen aanmoedigt tot zelfreflectie.
Observeer: Hoe passen leerlingen feedback toe? Monitoren ze hun eigen voortgang? Welke strategieën gebruiken ze om problemen op te lossen?
Fase 3: Presentatie & Reflectie (eind project):
De leerlingen presenteren hun bevindingen.
Gebruik de rubric voor het product voor zowel de formatieve als summatieve beoordeling.
Laat leerlingen na de presentatie een zelfreflectieverslag invullen over hun leerproces, de effectiviteit van de feedback en hun ontwikkeling van zelfregulatievaardigheden.
4.3. Dataverzameling
Observaties van de Leerkracht-Stagiair: Systematisch noteren van observaties tijdens de projectperiodes:
De mate waarin leerlingen de geboden formatieve feedback verwerken en implementeren.
Gedragingen die duiden op zelfregulatie (zelfstandig problemen oplossen, bijsturen van de planning, reflectie op het eigen werk).
Specifieke uitdagingen die leerlingen ondervinden bij het structureren/presenteren en hoe ze hiermee omgaan.
De effectiviteit van de verschillende ingezette formatieve strategieën.
Analyse van Leerlingproducten (Concepten en Eindproducten): Vergelijk conceptversies en de uiteindelijke presentaties/teksten om de impact van de feedback te zien op:
Structuur en coherentie van de informatie.
Duidelijkheid van de boodschap en presentatie.
De manier waarop complexe informatie wordt gereduceerd en gepresenteerd.
Gebruik de rubrics (proces en product) om de ontwikkeling te kwantificeren.
Korte Leerlingvragenlijsten/Polls: Op cruciale momenten (bijv. na feedbacksessies) korte vragenlijsten over:
De bruikbaarheid van de ontvangen feedback.
Hun gevoel van controle over het project.
De mate waarin ze zichzelf kunnen helpen bij problemen.
Semi-gestructureerde Interviews (Focusgroepen of Individueel):
Met Leerlingen: Diepte-interviews met een selectie van leerlingen over hun ervaringen met de verschillende formatieve evaluatiestrategieën, hoe deze hen hebben geholpen bij het structureren en presenteren, en hoe ze hun eigen zelfregulatievaardigheden hebben ervaren.
Met de Mentor/Vakleerkracht: Gesprekken over de waargenomen impact op de leerlingen, de haalbaarheid van de strategieën in de klaspraktijk en suggesties voor verbetering.
Zelfreflectieverslagen van Leerlingen: Analyseer deze op inzichten in hun leerproces en ontwikkeling van zelfregulatie.
5. Data-analyse
Kwalitatieve Gegevens: Voer een thematische analyse uit op de observatienotities, interviewtranscripten en de open antwoorden van de vragenlijsten en zelfreflectieverslagen. Codeer data op thema's zoals: 'effectiviteit feedbackronde X', 'verbetering planning', 'uitdaging structureren', 'leerlingreflectie op fouten', 'behoefte aan meer/minder sturing'.
Kwantitatieve Gegevens: Gebruik descriptieve statistiek (gemiddelden, frequenties) om de scores op de rubrics en de antwoorden op Likert-schaal vragen uit de enquêtes te analyseren. Vergelijk eventueel scores van verschillende groepen of over verschillende projectfasen.
Triangulatie: Combineer en vergelijk de bevindingen uit de verschillende databronnen (observaties, productanalyse, interviews, vragenlijsten) om een robuust en gevalideerd beeld te krijgen van de impact van de formatieve evaluatiestrategieën.
6. Rapportage
Onderzoeksverslag: Een gestructureerd verslag dat de onderzoeksvraag beantwoordt:
Inleiding (probleemstelling, onderzoeksvraag, doelstellingen).
Methodologie (onderzoeksdesign, de specifieke PAV-opdracht, de ingezette formatieve evaluatiestrategieën, instrumenten, procedure).
Resultaten (presentatie van zowel kwantitatieve als kwalitatieve data, met concrete voorbeelden van leerlingen en hun werk).
Discussie (interpretatie van de resultaten, verbanden met de literatuur over formatieve evaluatie en zelfregulatie, beperkingen van het onderzoek, mogelijke onvoorziene effecten).
Conclusie (een duidelijk antwoord op de onderzoeksvraag).
Aanbevelingen voor de PAV-praktijk, gericht op leerkracht-stagiairs en ervaren leerkrachten, over effectieve formatieve evaluatiestrategieën voor open thema's en het bevorderen van zelfregulatie.
Presentatie: Een mondelinge presentatie van de bevindingen aan de stagebegeleider en/of collega-studenten, inclusief praktische tips en voorbeelden van succesvolle strategieën.
7. Ethiek
Informed Consent: Zorg voor schriftelijke toestemming van de schoolleiding, de mentor/vakleerkracht en de leerlingen (en hun ouders/voogden, indien nodig). Leg duidelijk uit wat het onderzoek inhoudt, hoe de data worden gebruikt en dat deelname vrijwillig is.
Anonimiteit en Vertrouwelijkheid: Alle verzamelde gegevens moeten geanonimiseerd en vertrouwelijk worden behandeld. Namen van leerlingen worden niet vermeld in rapportages.
Vrijwillige Deelname: Deelnemers moeten op elk moment de mogelijkheid hebben om te stoppen met deelname, zonder negatieve gevolgen.